
Starten met belasting kan schade aan de motor veroorzaken; de werkelijke opvoerhoogte is veel lager dan de opvoerhoogte op het typeplaatje van de pomp; de dompelpomp werkt te lang zonder water.
De kop van de centrifugaalpomp wordt gebruikt om hoogte en weerstand te overwinnen. Wanneer de hoge-liftpomp op het hoge-liftpunt werkt, is de stroomsnelheid de stroomsnelheid op het ontwerppunt. Als deze op een lage kop werkt, is deze gelijk aan de pompuitlaatweerstand die wordt verlaagd. Op dit moment zal de stroomsnelheid van de centrifugaalpomp toenemen en zal de motor overbelast raken. Als deze een bepaald niveau overschrijdt, zal de motor verbranden. Bijvoorbeeld, een watertoevoerpomp heeft een kop van 50 meter en een stroomsnelheid van 50 kubieke meter/uur. Wanneer deze water levert op een hoogte van 50 meter, is de stroomsnelheid 50 kubieke meter/uur. Wanneer deze water levert op een hoogte van 40 meter, verminderen de hoogte en weerstand de stroomsnelheid. Deze kan 80-90 kubieke meter/uur of meer bereiken en de motor zal opwarmen of verbranden.
Bovendien, als het een spoelbrandfout is, wordt het voornamelijk veroorzaakt door overstroom. Soms kan een te hoge of te lage spanning er ook voor zorgen dat de spoel opwarmt en kortsluit, dus controleer eerst of de spanning tijdens bedrijf te veel afwijkt van de nominale spanning.
Er kunnen verschillende redenen zijn voor een overstroomkortsluiting:
1) De apparatuur is overbelast, waardoor de motor langdurig op nominale stroom of overnominale stroom draait. Er moet worden opgemerkt dat de startstroom van de motor 3-5 keer de nominale stroom is, dus het moet worden vermeden om de apparatuur te starten met belasting of volledige belasting (voornamelijk afhankelijk van de overeenkomende marge van de nominale stroom van de motor en de normale bedrijfsstroom).
2) De motor werkt in een relatief vochtige werkomgeving. Voordat de motor wordt gestart, moet de isolatie naar de aarde en de fase-isolatie van de spoel worden gecontroleerd. De isolatievereisten voor verschillende spanningsniveaus zijn ook verschillend. U kunt de relevante nationale normen raadplegen voor inspectie. Tijdens de werking van de motor moet aandacht worden besteed aan de water- en vochtbestendigheid van de motor.
3) Door het mechanische falen van de pomp raakt de motor overbelast en is de stroomsterkte te groot om de spoel te laten verbranden.
4) Er is een probleem met de warmteafvoer van de motor. Over het algemeen gebruikt de motorspoel een luchtgekoelde behuizing en de dompelpomp een watergekoelde behuizing. Grote motoren worden meestal gekoeld door lucht-lucht-warmtewisselaars en lucht-water-warmtewisselaars. Als het koelwater (lucht) wordt afgesloten, kan de spoel geen warmte afvoeren, waardoor de spoel kan verbranden.